maandag 4 mei 2009

Ephemera uit vak U7


Voetbal tijdens de IXde Olympiade in Amsterdam (1928). Ik heb geen idee wie tegen wie speelde en ik weet dus ook niet wie er won. Zeker is dat mijn 16-jarige grootvader in vak U7 (staantribune) van het Olympisch Stadion toekeek en dat hij niet alleen was. Dat weet ik omdat hij zijn vier toegangskaartjes, a één gulden per stuk, na afloop van de wedstrijd bewaarde, terwijl het merendeel van het publiek ze – één, twee, drie hupsakee - in de lucht weggooide. Eeuwig zonde…

Voetbalkaartjes maar ook een krantenknipsel, een brief, een ansichtkaart, een loterijlootje, een visitekaartje of een gedrukte uitnodiging, al deze objecten noemen we efemera/ephemera. Maar ook een bedrijfscatalogus, pamfletten, reclamekrantjes en flyers zijn efemera.

Ze hebben gemeenschappelijk dat ze niet bedoeld zijn om te worden bewaard en heel vaak gebeurd dat ook niet. Waarom zou iemand rond 1900 een telefoonboek bewaren? Er kwam elke keer een nieuwe uit en dus verdween de oude in de kieperton. Met als gevolg dat een vooroorlogs telefoonboek zeldzaam is en redelijk kostbaar.

Regelmatig kom ik in nieuwe aanwinsten efemera tegen die als pseudo boekenlegger dienst doen. In Mr. Herman de la Fontaine Verwey’s (1903-1989):
"De wereld van het boek", rede in 1954 uitgesproken bij het aanvaarden van zijn hoogleraarschap in de wetenschap van het boek, trof ik een officiële uitnodiging hiervoor aan gericht aan Henri Mayer (1880-1958). Dat geeft toch iets extra’s aan zo’n boekje.

Een paar jaar terug kocht ik Johan Schwencke’s ‘Het Exlibris als boekversiering en verzamelobject’ (’s-Gravenhage 1941) en vond daarin een briefje in sierletters van de tekenaar, kalligraaf en kunstverzamelaar Remmet Jacob Ouwejan uit Zaandam aan Frans J. IJserinkhuijsen (1892-1959).
De laatste was als leraar tekenen en kunstgeschiedenis in de periode ca. 1920 - ca.1960 verbonden aan het Hervormd Lyceum aan de Amsterdamse Brahmsstraat. Door zijn leerlingen werd hij 'de IJsbeer' genoemd vanwege zijn witte stofjas. Frans maakte onder meer etsen, landschappen en stillevens in olieverf en een groot aantal ex-librissen. Mogelijk komt dit boek uit zijn bibliotheek.


Grote aantallen efemera maken bij mij onderdeel uit van mijn familiegeschiedenis (genealogie). Ansichtkaarten van de straat waar familieleden woonde, folders van bedrijven waar ze werkten of visitekaartjes en bidprentjes. Dat alles ter illustratie van hun dagelijks leven toen.
Ook de voetbalkaartjes van mijn grootvader behoren daartoe, op twee dubbele exemplaren na. Een paar jaar geleden verkocht ik die voor vijftig euro aan een verzamelaar van de Amsterdamse Olympiade! Bewaren dus; die kaartjes…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten