vrijdag 26 februari 2010

Gootjesbijbel


In de Bijbelkamer van het Bijbels Museum te Amsterdam zag ik ze onlangs allemaal bij elkaar: de ‘Deux Aes’ bijbel, de Liesveldse bijbel, de Lutherbijbel, de Moerentorfbijbel, de Keurbijbel, de Statenbijbel, de Mortierbijbel, de Rembrandtbijbel, de Julianabijbel enz., enz.
Eén van mijn laatste bibliofiele aanwinsten echter ontbrak. Ooit wel eens van de Gootjesbijbel gehoord?

Theo Gootjes, geboren in 1942 in Rotterdam, geniet vooral bekendheid als politiek tekenaar van de krant Het Vrije Volk, waar hij van 1973 tot 2005 in dienst was. In de eerste helft van de jaren ’90 begon Gootjes echter ook aan een privéproject. Aan de keukentafel werkte hij minstens vier uur per dag aan zijn eigen geschreven en getekende vormgeving van de bijbel, om precies te zijn: van het Oude Testament. Een reusachtig project, want Gootjes schreef de Bijbeltekst minutieus over op twee pagina’s naast elkaar en maakte bij elk ‘duo’ een tekening. Zijn drijfveer: "Het is zonde dat de Bijbel in de jaren zeventig overboord is gegooid, terwijl het een deel van onze cultuur is. Ik vrees wel eens dat eerst de religie verdwijnt en daarna de kunst. Dat er alleen nog maar aandacht zal zijn voor materiële zaken".


Na lange voorbereiding was het op 29 maart 2009 zover. In de markante Hofzaal van museum Het Markiezenhof (Bergen op Zoom) presenteerde De Althaea Pers de omvangrijke cassette in twee delen van de handgeschreven en geïllustreerde Bijbel van Theo Gootjes. De Althaea Pers werkt niet met een drukpers, maar met computer en laserprinter. Soms wordt de hulp van een graficus ingeroepen en altijd komt er een vormgever en een boekbinder aan te pas.
De cassette bevat in twee delen het facsimile met 97 katernen van elk twee bladen handgeschreven Bijbeltekst. In elk katern is een bijbehorende tekening toegevoegd. Daaraan vooraf beschreven in zeven katernen Johanna Jacobs, Frans Duister, Koos van Weringh en Jos Swiers met inleidingen en verantwoording het belang van dit werk van Gootjes. Voor de presentatie werd een bijzondere uitnodiging vervaardigd. Theo Gootjes maakte daarvoor een tekening en Gerard Post van der Molen (van drukkerij De Ammoniet) gaf de uitnodiging vorm en drukte de teksten in lood en de tekening van clichés.

Net als de meeste uitgaven van De Althaea Pers is ook deze uitgave (in een oplage van zestig genummerde exemplaren) formeel niet in de verkoop geweest. Alleen de twintig aan het museum Het Markiezenhof geschonken exemplaren zijn verkocht en waren al voor de officiële presentatie weg.
Na afloop van de presentatie zijn vier ongenummerde HC exemplaren beschikbaar gekomen (HC = ‘hors commerce’, oftewel niet in de handel). Deze werden samengesteld uit de zogenaamde uitschotexemplaren, bedoeld om mogelijke gebreken of misdrukken in de oorspronkelijke oplage op te vangen. Dat bleek dus mee te vallen. Voor deze vier exemplaren zijn naderhand extra foedralen en cassettes gemaakt door Frans den Breejen. Ze zijn direct verkocht aan kopers die teleurgesteld geen exemplaar meer bij het museum konden bemachtigen. Eén koper haakte uiteindelijk af.


Toen ik onlangs de kans kreeg dit allerlaatste exemplaar over te nemen heb ik mij niet lang bedacht en het persoonlijk bij Jos Swiers afgehaald. Ik ben heel gelukkig met deze fraaie aanwinst en kan intens genieten van zo’n onbeschrijfelijk mooi stukje bibliofiel vakmanschap. Die margedrukkers maken toch maar prachtige dingen.

1 opmerking: