maandag 1 augustus 2011

Bibliolexicon

Ik bezocht onlangs weer eens Minotaurus, het kleinste Amsterdamse boekwinkeltje dat ik ken, gespecialiseerd in bibliofiele uitgaven en boeken over typografie en boekkunst.
Ditmaal was de immer aanwezige Nol Sanders tot mijn verbazing afwezig maar diens plaatsvervanger was zo vriendelijk mijn bibliofiele gewauwel aan te horen. Helaas konden we de uitgave waarvoor ik kwam niet vinden maar het samen geduldig zoeken en speuren - in deze winkel geen straf! - leverde wel bijvangst op in de vorm van een drietal betaalbare bibliofiele boekjes.

Eén daarvan was Jean-Paul Fontaine’s:
Bibliolexique à l’usage de l’amateur de livres” (Paris, 2007), uitgegeven in een beperkte oplage van 501 exemplaren (mijn exemplaar nr. 107). Het geeft een fraai overzicht van maarliefst 181 boekgerelateerde Franse termen met als voorvoegsel ‘biblion’ of het meervoud ‘biblia’ (afgeleid van het Griekse woord voor boek/boeken, waaraan wij het woord ‘Bijbel’ danken). Paar voorbeeldjes?
Bibliana, biblianthropomorphisme, bibliarchie, bibliatélie, biblio-autographomanie, bibliobrève, bibliobus, bibliocamelote, bibliocapèle, bibliocar, biblio-chose, biblio-chrome, bibliochryse, bibliocide, biblioclasme, biblioclastie, biblioclub, bibliocombine, bibliocycle, biblioexploitation, bibliofolie, bibliogenèse, bibliographie, bibliognosie, bibliogonie, bibliograffiti, bibliographe, bibliographicitation, bibliographie, biblioguide, bibliogynie, biblioholisme, biblio-holocauste, bibliojurisprudence, biblioklepte, bibliolathe, bibliolâtre, bibliolétie, bibliolexique, bibliologie, bibliolyte, bibliomancie, bibliomane, bibliomante”.

Van elk woord wordt een omschrijving gegeven, uit welk boek de term komt (vindplaats) en wanneer het voor het eerst werd gebruikt. Ik heb ze (nog) niet allemaal gelezen, maar bij het woord ‘bibliolexique’ gaat de auteur de mist in als hij schrijft: “Mot utilisé en 2007 par l’auteur, pour son Bibliolexique”.
De term ‘bibliolexicon’ komt namelijk al voor in het boek van Rob Kaplan en Harold Rabinowitz (ed.): “A Passion for Books: A Book Lover's Treasury of Stories, Essays, Humor, Lore, and Lists on Collecting, Reading, Borrowing, Lending, Caring for, and Appreciating Books” (New York, 1999). Overigens bevat hun lijstje (onderste afbeelding, blz. 134) nog maar achttien woorden en zijn er sindsdien ook op internet, zoals hier en hier, soms langere lijstjes te vinden.

De Nederlandstalige markt kent tot mijn verbazing (nog) geen bibliolexicon en het woord komt ook niet voor in “Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse taal” (Utrecht/Antwerpen 2005, 14de herziene uitgave). Daarin staan wel: “Bibliobus, bibliodrama, bibliofiel, bibliofilie, bibliofoon, bibliognosie, bibliognost, bibliograaf, bibliografie, bibliografisch, bibliolatrie, biblioliet, bibliologie, bibliomaan, bibliomantie, bibliometrie, bibliometrist, biblioraft, bibliothecair, bibliothecaris, bibliothecografie, bibliotheconomie, bibliotheek, bibliotheekband, bibliotheekboek, bibliotheekcentrale, bibliotheekformaat, bibliotheekkaart, bibliotheeknummer, bibliotheekschool, bibliotheekschrift, bibliotheekstaander, bibliotheekwagen, bibliotheekwetenschap”.

In afwachting van een mooi, handzaam en bibliofiel uitgegeven ‘Nederlands Bibliolexicon’ zult u het dus moeten doen met dit internationale overzichtje op mijn ‘biblioblog’!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten